De recente geschiedenis van Nicaragua – na Haïti het armste land van het Amerikaanse continent – kent lange perioden van geweld en mensenrechtenschendingen. In 1979 werd de dictatuur van Somoza omvergeworpen door een revolutionaire beweging, het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront. Wat volgde was een bloedige oorlog die aan tienduizenden mensen het leven kostte. In 1990 verloren de Sandinisten de verkiezingen en begon een nieuwe periode, gekenmerkt door de regels en wetten van het neoliberalisme. In 2007 kwamen de Sandinisten opnieuw aan de macht en werd Daniel Ortega de nieuwe president van het land.
In 2018 besloot de Sandinistische regering het sociale zekerheidsstelsel aan te pakken. Volgens deze plannen moeten werknemers meer inkomsten afdragen aan de staat en worden ze tegelijkertijd gekort op hun pensioen. De protesten naar aanleiding van dit controversiële plan, die het land sinds april 2018 in hun greep houden, hebben geleid tot duizenden gewonden, honderden doden en vele onwettige arrestaties, verdwijningen en mishandelingen. Veel internationale NGO’s hebben de Nicaraguaanse regering sindsdien verzocht om de repressie jegens demonstranten, journalisten en mensenrechtenverdedigers te staken en vrijheid van meningsuiting te garanderen.
Vanwege de economische en sociale crisis hebben meer dan 100.000 Nicaraguanen hun land sinds 2018 verlaten. Ongeveer 70.000 van hen hebben asiel aangevraagd in buurland Costa Rica. Voor veel ballingen is het leven in Costa Rica erg zwaar: het is voor hen moeilijk om werk, eten en onderdak te vinden en bovendien hebben ze vaak te maken met discriminatie. Teruggaan is voor velen op dit moment echter ook geen optie. In Nicaragua worden onder andere de studentenbeweging, de LGBT+-beweging, boerenorganisaties, feministische organisaties en Afro-Caribische gemeenschappen nog altijd zwaar onderdrukt en gecriminaliseerd.
Lees hier ons actuele nieuws over Nicaragua.