Van onvermoeibaar werken in hun eigen land tegen straffeloosheid, naar een tour door Europa: voor mensenrechtenverdedigers Sergio en José Silvio is dit geen vakantie, maar het voortzetten van hun strijd. Ze zijn namelijk in Europa als deel van een advocacy tour. Van 2 tot 5 oktober verwelkomden wij hen voor het Nederlandse deel van deze tour.
Uit Colombia ontvingen wij Sergio, een advocaat werkzaam voor de organisatie Corporación Jurídica Libertad (Corporatie voor Juridische Vrijheid). Vanuit Guatemala ontvingen we José Silvio, een adviseur voor de organisatie Asociación para la Justicia y la Reconciliación (de Vereniging voor Gerechtigdheid en Reconciliatie). Alhoewel onze gasten uit twee verschillende landen komen, hadden ze tijdens de advocacy tour dezelfde focus, namelijk straffeloosheid en het bevorderen van overgangsjustitie. Beiden zetten zich in voor gerechtigheid voor slachtoffers van door de staat gepleegde misdaden tegen de menselijkheid. De organisaties waarvoor zij werken spelen een belangrijke rol in juridische processen tegen voormalige politieke en militaire leiders.
Benieuwd naar deze mensenrechtenverdedigers, hun organisaties en hun ervaringen in Nederland? Lees hieronder verder!
José Silvio’s werk in Guatemala
Op 2 oktober kwam José Silvio met de trein aan in Amsterdam, na al enkele dagen in Brussel met de advocacy tour bezig te zijn geweest. Hij komt uit Guatemala, een land in Centraal-America dat bekendstaat om zijn groene regenwouden, hoge bergen, en een lange en rijke Maya-geschiedenis. Helaas wordt Guatemala niet alleen gekenmerkt door deze prachtige natuur en historie, maar ook door een gewelddadige geschiedenis. Van 1960 tot 1996 was het land verwikkeld in een burgeroorlog, ook wel bekend als het interne gewapende conflict. Dit conflict kende militair geweld, massamoorden, de tactiek van de verschroeide aarde, buitenrechtelijke executies en gedwongen verdwijningen. De meeste slachtoffers maakten deel uit van de inheemse en/of boerenbevolking, met name van de Maya-gemeenschappen. De genocide die tussen 1981 en 1983 plaatsvond wordt dan ook de Maya-genocide genoemd, of specifiek de Ixil-genocide, vanwege het grote aantal slachtoffers onder de Ixil Maya-bevolking.
José Silvio is een overlevende van dit conflict. Hij verloor meerdere familieleden door buitenrechtelijke executies en gedwongen verdwijningen, en hij is helaas niet de enige voor wie de burgeroorlog zulke diepe persoonlijke wonden heeft achtergelaten. Vandaag de dag is gerechtigdheid voor de slachtoffers uit die tijd in de meeste gevallen nog steeds ver te zoeken. De berechting van degenen die verantwoordelijk zijn voor de gruwelijkheden die tijdens het conflict plaatsvonden verloopt traag en moeizaam, en vindt slechts sporadisch plaats. Dit maakt het werk van José Silvio en de organisatie Asociación para la Justicia y Reconciliación (AJR) van essentieel belang.
De AJR werd na de burgeroorlog opgericht door overlevenden van het interne gewapende conflict. De organisatie zet zich op verschillende manieren in om gerechtigdheid te verkrijgen voor de slachtoffers en hun nabestaanden, onder andere door hen te helpen in de zoektocht naar waarheid, informatie en herstelbetalingen. Daarnaast speelt AJR ook een belangrijke rol bij een aantal cruciale juridische rechtszaken, zoals de lopende rechtszaak tegen oud-generaal Benedicto Lucas, wie beschuldigd wordt van genocide van de Ixil-bevolking. Deze zaak, waarbij AJR zich als aanklager heeft opgesteld en vertegenwoordigd wordt door het Kantoor voor Mensenrechten van de Aartsbisschop van Guatemala (ODHAG), loopt al langere tijd. Het proces verloopt echter moeizaam door de cultuur van straffeloosheid in het Guatemalteekse juridische systeem, die in stand wordt gehouden door machthebbers die hiervan profiteren. Zo worden hoorzittingen bijvoorbeeld vaak op het laatste moment verplaatst, wat o.a. betekent dat de getuigen, die vaak oud zijn en van ver moeten komen, meerdere malen naar de lange reis naar de rechtbank in de hoofdstad moeten afleggen. Het einde van de zaak lijkt echter in zicht; de verwachting is dat de rechter eind deze maand of begin November het vonnis uitspreekt.
Dit is een cruciale zaak voor AJR, en voor de duizenden slachtoffers, nabestaanden en overlevenden van het conflict. In dit kader is José Silvio op advocacy tour door Europa, om zijn verhaal te delen en internationaal bewustzijn over de lopende rechtszaak te vergroten.
Sergio’s werk in Colombia
Rechtstreeks van een lange vlucht uit Medellín, kwam op woensdag 2 oktober ook Sergio aan in Amsterdam. Sergio is een advocaat uit Colombia, gespecialiseerd in mensenrechten en strafprocesrecht. Hij is vicedirecteur van de Corporación Jurídica Libertad (CJL), waar hij coördineert op het gebied van steun aan slachtoffers van misdrijven gepleegd door de overheid. Daarnaast is hij de wettelijke vertegenwoordiger van slachtoffers van buitengerechtelijke executies in diverse hervormingsprocessen binnen het rechtssysteem. CJL werkt al meer dan 25 jaar aan de verdediging van de rechten van de Colombiaanse bevolking. Ze ondersteunen lokale gemeenschappen en organisaties in hun strijd tegen straffeloosheid, terwijl ze werken aan het bewaren van historisch geheugen om ervoor te zorgen dat de misdaden gepleegd door paramilitairen en overheidsfunctionarissen niet in de vergetelheid raken.
Momenteel is CJL bezig met een zaak over de buitengerechtelijke executies waarin de voormalig Colombiaanse president Álvaro Uribe Vélez wordt onderzocht. Deze zaak richt zich op Uribe’s betrokkenheid bij vermeende oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid tijdens zijn presidentschap (2002–2010), in het bijzonder het “valse positieven”-schandaal. Hierbij werden tussen 2002 en 2008 minstens 6.402 burgers door het Colombiaanse leger geëxecuteerd en ten onrechte afgeschilderd als omgekomen guerrillastrijders. Dit hoorde bij Uribe’s beleid van “democratische veiligheid”: het actief en aggressief aanpakken van guerilla-strijders en drugshandelaren. De executies werden gerechtvaardigd door de geëxecuteerde burgers te bestempelen als guerilla-strijders. Deze misdaden vonden plaats in bijna alle Colombiaanse regio’s en betroffen alle niveaus binnen de strijdkrachten.
Uribe ervan beschuldigd als president, en daarmee als opperbevelhebber van de strijdkrachten, op de hoogte te zijn geweest van deze misdaden, maar niets te hebben gedaan om deze te voorkomen, te onderzoeken of de verantwoordelijken te bestraffen. In plaats daarvan bleef hij druk uitoefenen op het leger om hoge aantallen gedode vijanden te rapporteren. Deze misdaden worden door zowel Colombiaanse als internationale organisaties en instanties, waaronder de Jurisdicción Especial para la Paz (de Speciale Jurisdictie voor de Vrede), beschouwd als oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
De Jurisdicción Especial para la Paz (JEP) is het Colombiaanse mechanisme voor transitionele gerechtigdheid, waarmee betrokkennen bij het bewapende conflict onderzocht en voor de rechter gebracht. Maar hoewel de JEP al 99 militairen, waaronder generaals, heeft aangeklaagd, heeft het tribunaal geen jurisdictie over ex-presidenten. Daarom zal de aanklacht tegen Uribe op 9 november in Buenos Aires, Argentinië, worden ingediend. Hierbij wordt beroep gedaan op het principe van universaliteit van jurisdictie, het idee dat er bepaalde rechten zijn die over heel de wereld door rechterlijke uitspraken afdwingbaar moeten zijn. Op deze wijze zou de oud-president namelijk wel berecht kunnen worden.
Het juridische proces gaat gepaard met nationale en internationale aandacht, en er is hoop dat Uribe veroordeld wordt. Daarnaast wordt verwacht dat dit zal leiden tot een toenemende stimulans voor verdere nationale onderzoeken en voortgang van het proces op basis van het principe van universaliteit van jurisdictie. Ook wordt er gehoopt op een bredere maatschappelijke veroordeling van de misdaden, evenals erkenning van de slachtoffers en afwijzing van het beleid van “democratische veiligheid” onder Uribe.
Om deze doelen te bereiken, is er veel ondersteuning nodig: financiering voor advocaatkosten in Argentinië, internationale experts, middelen voor bewijsgaring, notariële procedures, en reis- en organisatiekosten voor belangenbehartiging. Ook is er behoefte aan communicatiemiddelen om de publieke bewustwording te vergroten. De dreiging dat de Argentijnse president Javier Milei, bondgenoot van Uribe, het proces probeert te blokkeren maakt internationale steun des te meer urgent. Om de druk op te voeren, heeft CJL daarom een grootschalige petitie gelanceerd, met als doel 6402 handtekeningen te behalen voor de 6402 slachtoffers van buitenrechtelijke executies, en deze steunbetuigingen voor te kunnen leggen aan de Argentijnse rechtbank.
José Silvio en Sergio’s dagen in Nederland
Alhoewel José Silvio en Sergio dus geen gedeelde geschiedenis hebben, delen ze wel een gemeenschappelijk doel: zoveel mogelijk mensen bewust maken van hun werk en de situatie in hun landen. Dit is, naar hun eigen zeggen, tijdens hun bezoek hier goed gelukt.
Donderdag
Het echte programma begon op donderdag, nadat ze woensdag laat in de avond waren aangekomen. De dag startte met een wandeling door Amsterdam. Zowel José Silvio als Sergio willen namelijk niet alleen maar gerechtigheid voor slachtoffers behalen, maar houden zich ook bezig met manieren om te zorgen dat de gruwelijkheden uit het verleden niet vergeten worden en zich nooit meer zullen herhalen. Daarom bezochten we het Holocaust Namenmonument en wezen we hen onderweg op de vele manieren waarop slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in de stad herdacht worden, zoals ‘de Struikelstenen’, de Schaduwkade, het Monument Joods Verzet en andere gedenktekens.
Hierna bezochten we Lawyers for Lawyers (L4L), waar we zeer gastvrij ontvangen werden en waar Sergio en José Silvio de kans kregen om uitgebreid hun ervaringen te delen en te praten over de veiligheidssituatie van advocaten en rechters in Colombia en Guatemala. L4L is namelijk een internationaal netwerk van advocaten dat zich inzet om wereldwijd advocaten te helpen wanneer ze in gevaarlijke situaties verkeren, met onder andere projecten in Colombia en Guatemala. De raakvlakken tussen het werk van L4L, AJR en CJL waren daarom duidelijk aanwezig.
Daarna hadden we een bijeenkomst bij vredesorganisatie PAX, waar onze gasten opnieuw hun verhaal vertelden en hun netwerk konden uitbreiden. PAX richt zich op het beschermen van burgers tegen oorlogsgeweld, het beëindigen van gewapende conflicten, en het bevorderen van inclusieve vrede in post-conflictsituaties.
Na het avondeten op ons PBI-kantoor, gingen we door naar de Universiteit Utrecht voor een lezing. Hier kregen studenten de gelegenheid om meer te leren over de achtergrond en het werk van José Silvio en Sergio, en om vragen te stellen aan deze twee moedige mensenrechtenverdedigers. Na een lange dag was het tijd voor rust, want vrijdag stond er weer een druk programma op de agenda.
Vrijdag
De vrijdag begon met een ontmoeting op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar beleidsmedewerkers voor zowel Guatemala als Colombia aanwezig waren. Dit bood ruimte voor gerichte gesprekken over de situatie in beide landen, de lopende rechtszaken, en er werd gesproken over wat het netwerk van de Nederlandse ambassades voor CJL en AJR zou kunnen betekenen.
Na het bezoek aan het ministerie hadden Sergio en José aparte afspraken: Sergio ging naar de International Criminal Court voor een besloten afspraak, terwijl José sprak met Impunity Watch over de mogelijkheden van fondswerving en het versterken van contacten met Impunity Watch in Guatemala. Vervolgens hadden ze samen een gesprek met Latijns-Amerika journalist Edwin Koopman, wie interesse had in hun verhalen voor wanneer er in de toekomst geschreven wordt over de conflicten in hun landen en hun stemmen belangrijk zullen zijn.
De dag werd op een ontspannen manier afgesloten met een zonsondergang op het strand van Scheveningen, waar onze gasten genoten van kibbeling en Surinaamse roti.
Een week na terugkomst in Guatemala, gaf José Silvio nog een online guest lecture voor een groep studenten aan de Universiteit van Utrecht, die zich voor een vak dat zij volgden hadden verdiept in het gewapende conflict in Guatemala. Zo kregen de studenten de kans om uit de eerste hand meer te leren over de geschiedenis van dit conflict, over de huidige situatie en de actuele uitdagingen met betrekking tot de zoektocht naar rechtvaardigheid en de bescherming van de rechten van slachtoffers van het conflict.
Het was weer een waardevolle en inspirerende tour en we zijn erg blij dat we deze twee inspirerende mensenrechtenverdedigers hebben mogen ontvangen. We wensen Sergio en José Silvio heel veel succes in hun werk en in hun dappere inzet voor de bescherming van mensenrechten!
Deze advocacy tour is mede mogelijk gemaakt dankzij het VFonds.
Wil jij ook je steentje bijdragen om advocacy tours zoals deze en onze overige werkzaamheden mogelijk te maken? Doneer hier!