Veldvrijwilliger Anna bij PBI Honduras
Na een intensieve selectieprocedure begon ik in maart 2018 als veldvrijwilliger in Honduras. Voorafgaand aan mijn jaar als veldvrijwilliger in Honduras was ik vrijwilliger bij PBI Nederland waardoor ik veel over de ervaringen van oud-veldvrijwilligers bij PBI had gehoord. Hierdoor kon ik overtuigd een weloverwogen besluit maken om te solliciteren voor het PBI-project in Honduras. Ik wist dat het een intens jaar zou zijn, dat het niet altijd makkelijk is om de PBI-principes van geen-inmenging en onpartijdigheid toe te passen in de praktijk en dat samenwonen en werken een uitdaging is. Daar stond tegenover dat ik ook wist dat het een ontzettend leerzaam en bijzonder jaar zou worden. Veel contact met lokale mensenrechtenverdedigers, mijn kennis over de Hondurese context vergroten, veel leren over veiligheids- en beschermingsmechanismen en dat alles in een horizontaal team dat veel verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Met die instelling kwam ik begin maart aan in Honduras.
Bij aankomst in Honduras organiseert het team een training van twee weken voor nieuwe vrijwilligers. Tijdens deze training is er vooral aandacht voor het leren kennen van de mensenrechtenverdedigers die we begeleiden, de verschillende aspecten van het werk zoals fysieke begeleiding, veiligheidsanalyse en advocacy en de interne structuur van PBI. Daarnaast viel ik met mijn neus in de boter, omdat ik meteen aanwezig kon zijn bij het jaarlijkse strategisch overleg. Het bestuur en personeel vanuit Europa kwamen over om in twee intensieve weken te werken aan het nieuwe strategische plan en de begeleiding die PBI Honduras biedt te evalueren. Uiteraard overweldigend en een beetje intimiderend om het niveau van analyse binnen de organisatie te zien. Maar ook een geweldige kans om het werk meteen vanuit de diepte te leren kennen.
En dan echt aan het werk! Aangezien PBI horizontaal georganiseerd is, is het vrijwilligersteam samen met twee vaste medewerkers verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de organisatie in Honduras. Dit maakt dat naast de praktische activiteiten zoals fysieke begeleiding er ook veel interne werkzaamheden zijn. Zo heb ik mij in mijn jaar ingezet voor de advocacy-werkzaamheden, de trainingsgroep, de financiën en de strategische werkgroep. Enerzijds is er veel werk op kantoor, anderzijds ga je het hele land door om mensen te begeleiden, gaan we op kantoorbezoek bij lokale organisaties en hebben we veel vergaderingen met lokale autoriteiten en ambassades.
Uiteindelijk is het de fysieke begeleiding en het contact met lokale mensenrechtenverdedigers waar ik de meeste energie van krijg. In het afgelopen jaar waren er in het bijzonder twee momenten die veel impact op mij hebben gehad. De begeleiding van de nieuwe organisatie ASODEBICOQ en het observeren van de Berta Cáceres-zaak.
De organisatie ASODEBICOQ zet zich in voor het gemeenschappelijk goed, zoals water, elektriciteit, milieu, in de regio Quimistán in de provincie Santa Bárbara. Zo heeft ASODEBICOQ zich met succes verzet tegen een hydro-electrisch project in de regio en zet zich in voor de training van de lokale gemeenschap op het gebied van mensenrechten. PBI Honduras begeleidt de organisatie sinds mei 2018. Een hele uitdaging, want de organisatie is gevestigd in een afgelegen gebied en verspreid over veel verschillende gemeenschappen. In oktober had ik de kans om voor het eerst de regio te bezoeken. Een heel bijzondere reis langs verschillende gemeenschappen die alleen te bereiken zijn te voet of staand achterin een jeep. Iedereen ontving ons ontzettend vriendelijk, gaf ons eten en een slaapplek, gaf fruit van eigen grond mee voor onderweg en deelde hun ervaringen. Het is bijzonder om het enthousiasme en de strijdlustigheid van de mensen te zien, ondanks dat er weinig inzet is van de lokale overheid om de situatie in de regio te verbeteren.
Het tweede proces dat veel impact heeft gehad om mijn tijd in Honduras is de rechtszaak omtrent de moord op mensenrechtenactiviste Berta Cáceres. Berta Cáceres was leider van de inheemse Lenca organisatie COPINH en werd in maart 2016 vermoord vanwege haar oppositie tegen het hydro-elektrische project Agua Zarca. In september 2018 ging de eerste rechtszaak tegen acht van de negen verdachten van start. In een periode van twee maanden waren er dagelijkse zittingen die afwisselend door het hele team werden bijgewoond. Aan de ene kant een frustrerende periode door alle onregelmatigheden die zichtbaar waren tijdens het proces, maar ook zonder twijfel een speciale kans om dit historische proces van dichtbij mee te maken samen met andere nationale en internationale organisaties die eveneens dagelijks aanwezig waren. En dan in november eindelijk de uitspraak! Zeven van de acht verdachten werden veroordeeld tot moord en/of poging tot moord. Het was een hele opluchting dat het na zo’n lange periode tot een veroordeling kwam. Maar het proces is nog lang niet over. Voor COPINH is het van groot belang dat ook de personen die het intellectuele brein achter de moord vormden worden berecht.
Na tien maanden in Honduras zijn dit twee van de vele bijzondere momenten die ik heb meegemaakt en ik heb er nog niet genoeg van. Daarom heb ik onlangs besloten om langer te blijven en zo hopelijk nog veel meer te leren over de mensenrechtensituatie in Honduras.