Een van de doelen van PBI is de wederopbouw van de sociale structuur van gemeenschappen. In het kader hiervan wordt gewerkt aan psychosociale ondersteuning voor mensen en organisaties die zijn getroffen door sociaalpolitiek geweld. De effecten van dit geweld op de gezondheid van mensen kan een verlammend effect hebben op het werk van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke bewegingen.
Een van de projecten die PBI heeft gedaan op dit gebied is de begeleiding van een groep van 25 vrouwen in Colombia wiens familieleden vermist zijn. Zij zijn allemaal lid van de ‘Beweging van Slachtoffers van Misdaden van de Staat’ (Movement of Victims of State Crimes – MOVICE). Doordat zij niet weten wat er met hun zoon, dochter, vader of moeder gebeurd is, leven zij met deze onzekerheid en onmacht.
Bovendien hebben deze vrouwen te maken met diverse sociale werkelijkheden. Behalve dat zij slachtoffers zijn van gedwongen verdwijningen, zijn zij ook vrouwelijke mensenrechtenverdedigsters, moeders, hoofd van hun huishouding en hebben zij te maken met problemen als discriminatie op basis van geslacht, werkeloosheid en armoede. In een context van criminalisering en stigmatisering loop je als vrouwelijke mensenrechtenverdedigster in Colombia dagelijks risico’s.
Gedurende de begeleiding wordt gewerkt aan het opnieuw opbouwen van vertrouwen dat beschadigd is door de ervaringen met geweld. Samen zoeken zij naar manieren om de veiligheid van zichzelf en hun families te waarborgen. Door zelfzorg en het begeleidingsproces kunnen we een ruimte faciliteren om conflicten, spanningen en angsten te verwerken. Dit maakt het voor deze mensenrechtenverdedigsters mogelijk om hun werk voort te zetten.