Op dit moment is Jeroen, voormalig veldvrijwilliger in Honduras, in Nederland ter voorbereiding op zijn nieuwe baan. Voor ons het perfecte moment om hem vijf vragen te stellen over zijn tijd in Honduras!
Wat houdt het werk van een veldvrijwilliger precies in?
Als veldvrijwilliger ben je het gezicht van PBI in de projectlanden. Je biedt niet alleen fysieke begeleiding aan lokale organisaties die dat nodig hebben, bijvoorbeeld tijdens een rechtszaak of een protestmars, maar er gebeurt ook heel erg veel achter de schermen. Zo bestaan er nauwe contacten met lokale ministeries, ambassadepersoneel en andere internationale organisaties. Daarnaast kun je je als vrijwilliger toeleggen op bijvoorbeeld communicatie, financiën of het analyseren van veiligheidsincidenten van de door PBI begeleide organisaties. Het PBI-huis is de plek waar je niet alleen werkt, maar ook woont, samen met de andere vrijwilligers. Daarom moet je gedurende een werkdag ook wel eens voor het hele team koken of de boodschappen doen. Er is eigenlijk niet zoiets als een doorsnee dag. Soms heb je ‘telefoondienst’: dan open je ’s ochtends het kantoor, leest het nieuws, onderhoudt de contacten met de mensenrechtenverdedigers en staat paraat in het geval van een noodsituatie. Of soms breng je ’s ochtends eerst een bezoek aan het kantoor van een door PBI begeleide organisatie in de stad en moet je ’s middags naar de bank om geld op te nemen voor het project. In Honduras gebeurt het ook regelmatig dat je meerdere dagen op pad gaat om een organisatie buiten de stad te begeleiden. Dat gebeurt altijd in tweetallen. Bij de voorbereiding voor de fysieke begeleiding komt ook veel kijken: je leest je in, je brengt je eigen ambassade op de hoogte van de reis, je bepaalt samen met je collega de logistieke kanten, et cetera. En na afloop schrijf je samen een verslag van de activiteit. Je moet er dus zeker rekening mee houden dat je niet continu in afgelegen gemeenschappen rondloopt: je brengt ook gewoon regelmatig een hele werkdag door op kantoor. Maar de werkzaamheden zijn ontzettend divers.
Welke uitdagingen kom je tegen in je werk als veldvrijwilliger?
De grootste uitdaging als veldvrijwilliger is sowieso de tijd. Er is namelijk nooit genoeg tijd. Je bent niet alleen maar bezig met het fysiek begeleiden van mensenrechtenverdedigers, maar brengt ook veel tijd door op kantoor om verslagen te typen, om te vergaderen, om een Tweet de wereld in te sturen of om de financiële administratie bij te houden. En dan kan het ook nog zomaar gebeuren dat er zich ineens een noodsituatie voordoet, waardoor je alle minder urgente taken even los moet laten. Een andere grote uitdaging is het wonen en werken in een team. Ook na het werk kom je je collega’s nog steeds tegen, in de keuken, in de woonkamer of zelfs in de slaapkamer, omdat niet iedereen een eigen kamer heeft. Je deelt alles met elkaar en zit continu op elkaars lip, waardoor ik het af en toe ook gewoon heel erg fijn vond om op mijn vrije dag alleen ergens heen te gaan of me met een boek even af te zonderen.
Wat heb je geleerd tijdens je werk als veldvrijwilliger wat je nooit meer zal vergeten?
Ik heb veel geleerd van het doorzettingsvermogen van al die mensen die hun leven in de waagschaal stellen in de strijd voor hun rechten. Heel af en toe kreeg ik in Honduras het gevoel dat we met ons werk op het gebied van beschermende begeleiding niets bijdragen aan de verbetering van de mensenrechten in het land, omdat er zoveel mensenrechtenverdedigers worden bedreigd, vermoord of gecriminaliseerd dat je nooit alles kunt verhinderen. In januari werd de transgenderactiviste Thalía Rodríguez bijvoorbeeld vermoord. Haar dood was de zoveelste knauw die de LGBTI+-gemeenschap in het land te verduren kreeg. Maar toch blijven LGBTI+-organisaties zich inzetten voor gelijke rechten. Verwachten zij dat ze morgen in een LGBTI+-oase wonen? Misschien niet, maar alle beetjes helpen en daarom blijven ze hun strijd dapper voortzetten. Ik heb geleerd om het werk van PBI ook op die manier te benaderen: niet alles wat we doen leidt misschien direct tot succes en door PBI begeleide mensenrechtenverdedigers hebben nog altijd te maken met bedreigingen, maar hier en daar bereiken we dingen en al die kleine succesverhalen maken het naar mijn idee waard om ons in te blijven zetten voor de bescherming van Hondurese mensenrechtenverdedigers. De kers op de taart was voor mij de vrijlating van de acht landrechtenverdedigers uit Guapinol, die meer dan twee jaar ten onrechte in de gevangenis hadden gezeten vanwege hun legitieme strijd tegen een mijnbouwproject. Jarenlang heeft PBI op allerlei manieren geprobeerd om de zaak internationaal onder de aandacht te brengen. We waren er altijd bij, met onze groene hesjes: in de gevangenis, bij demonstraties, in de rechtszaal. Als dat dan uiteindelijk leidt tot vrijlating, weet je wel weer even waar je het allemaal voor doet.
Waarom heb je voor Honduras gekozen als bestemming?
Allereerst is het project in Honduras vrij klein, waardoor ik het gevoel kreeg dat ik in Honduras veel verschillende werkzaamheden zou kunnen uitvoeren. Daarnaast raakte ik al tijdens mijn studietijd geïnteresseerd in de sociale problematiek van het land, zoals het conflict tussen lokale boeren en grootgrondbezitters in de door palmolieplantages gedomineerde Bajo Aguán. Voor mij was Honduras dus geen onbekend land, ondanks dat ik er op het moment dat ik bij PBI solliciteerde nog nooit was geweest. Wel had ik altijd het gevoel dat Honduras voor andere mensen een ontzettend onbekend land was en dat het niemand iets interesseerde wat daar allemaal gebeurde. Nog een reden voor mij om er heen te gaan, om naderhand aan andere mensen te kunnen laten zien dat Honduras ons juist wel zou moeten interesseren. Wist je bijvoorbeeld dat Honduras een van de kwetsbaarste landen ter wereld is voor klimaatverandering? En wist je dat de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO het omstreden Agua Zarca-damproject financieel steunde op het moment dat de bekende milieuactiviste Berta Cáceres voor haar strijd tegen dit project werd vermoord?
Hoe was het om te werken met consensus?
Ik vond het erg prettig om door middel van consensus beslissingen te nemen. Meestal leidden de discussies die we op zulke momenten binnen het team hadden ook tot veel betere ideeën dan het oorspronkelijke voorstel. En na afloop kon iedereen zich altijd vinden in de beslissing, wat het ook makkelijker maakt om de bijbehorende taken uit te voeren. Wel kan deze manier van werken op sommige momenten langer duren dan je zou willen en dat kan wel eens frustrerend zijn. Zo werden een collega en ik in de Bajo Aguán een keer ineens gevraagd om een rechtszaak te observeren die twee uur later zou plaatsvinden in een stad op een uur rijden van de plek waar we op dat moment waren. Op dat soort momenten zou je het liefst gelijk op pad gaan, maar is het toch echt nodig om eerst aan de andere collega’s thuis te vragen of ze de koppen bij elkaar kunnen steken om mee te beslissen over of we nu wel of niet naar de rechtszaal zouden moeten gaan. Dat levert dan toch extra stress op.
Geïnspireerd door de antwoorden en ervaringen van Jeroen? Solliciteer dan voor 4 juni 2022 op de functie veldvrijwilliger in Honduras hier.